ECLI:NL:RBDHA:2024:11811
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen beslissing Dienst Toeslagen
Op 24 juni 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en de minister van Financiën, waarbij het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen een beslissing van de Dienst Toeslagen werd behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 30 januari 2023, waarin onder andere werd geweigerd om een private schuld van eiser bij [naam 3] te betalen. In het bestreden besluit van 18 september 2023 verklaarde de minister het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk, omdat de gronden niet tijdig waren ingediend. Tijdens de zitting op 24 juni 2024 werd echter duidelijk dat de brief van de minister van 26 juni 2023 geen waarschuwing bevatte dat het niet tijdig indienen van de gronden zou leiden tot niet-ontvankelijkheid. De rechtbank oordeelde dat dit in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel, wat leidde tot de conclusie dat de niet-ontvankelijkverklaring onterecht was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.796,52, inclusief een vergoeding voor het griffierecht van € 50. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter D. Biever, in aanwezigheid van griffier H.J. Habetian.