Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen de verzoeker en de minister van Asiel en Migratie heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 juli 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de minister niet in behandeling genomen op basis van de verantwoordelijkheid van Polen voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
Tijdens de mondelinge uitspraak op 25 juli 2024 in een andere zaak (NL24.23642) heeft de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en is bekendgemaakt op 26 juli 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.