Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij de asielaanvraag van de eiser niet in behandeling werd genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister ten onrechte heeft geoordeeld dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.P.J.W.M. Govers, heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 5 juni 2024. Tijdens de zitting in Breda is de zaak behandeld, waarbij de eiser aanwezig was met een tolk en de minister vertegenwoordigd was door mr. S.H.J. Muijlkens.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister onvoldoende informatie heeft verstrekt aan de eiser over de toepassing van de Dublinverordening. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, omdat de procedure niet correct is gevolgd. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de minister opgedragen om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van de eiser. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 1.750.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de bekendmaking van het proces-verbaal.