ECLI:NL:RBDHA:2024:12176
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J. de Danschutter
- S.D.C.J. Verheezen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 22 mei 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen, met de motivering dat deze kennelijk ongegrond was. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.I.T. Sopacua, heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om zonder zitting uitspraak te doen.
Tijdens de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter op 26 juli 2024 uitspraak gedaan op het beroep, onder zaaknummer NL24.22510. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De beslissing van de voorzieningenrechter is op dezelfde datum bekendgemaakt en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze uitspraak. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.