ECLI:NL:RBDHA:2024:1225

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
6 februari 2024
Zaaknummer
C/09/24/3 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met verzoek om eerdere ingangsdatum

Op 5 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de toelating van de heer [verzoeker] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De heer [verzoeker] bevond zich in een problematische schuldensituatie en heeft verzocht om toelating tot de WSNP, evenals om een eerdere ingangsdatum van deze regeling. De rechtbank heeft het verzoek om toelating toegewezen, omdat de heer [verzoeker] voldeed aan de eisen van de WSNP, waaronder de verplichting om te goeder trouw te zijn bij het ontstaan van zijn schulden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP kan voldoen en dat hij in de afgelopen maanden aan zijn inspannings- en afdrachtverplichtingen heeft voldaan.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om een eerdere ingangsdatum toegewezen. De ingangsdatum van de WSNP is vastgesteld op 5 september 2023, vijf maanden voor de datum van het vonnis. Dit is gebaseerd op de vaststelling dat de heer [verzoeker] in de periode voorafgaand aan de uitspraak voldoende heeft afgelost in het kader van zijn minnelijk traject. De rechtbank heeft ook de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de ingangsdatum.

De rechtbank benoemde mr. R.G.C. Veneman tot rechter-commissaris en mr. J. van Rijen tot bewindvoerder. De bewindvoerder is belast met de taak om de post van de heer [verzoeker] in te zien gedurende de eerste dertien maanden van de WSNP. De beslissing is openbaar uitgesproken en bevat ook bepalingen over de vergoeding van de bewindvoerder, afhankelijk van de toereikendheid van de boedel.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer:C/09/24/3 R
vonnis van 5 februari 2024
op het verzoek van:
[verzoeker] ,
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Ook heeft hij verzocht de ingangsdatum van de WSNP op een eerdere datum te bepalen. Deze verzoeken worden toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 29 januari 2024. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan de heer [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- mevrouw N.M.W. van Boheemen Kloosterman, schuldhulpverlener,
- mevrouw K. Jakhari, schuldhulpverlener,
- mevrouw E. Remmerswaal, beschermingsbewindvoerder,
- mevrouw [naam] , persoonlijk begeleider.

2.De beoordeling van het verzoek

Het WSNP-verzoek
2.1.
De heer [verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan de heer [verzoeker] .
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als de heer [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [verzoeker] kunnen verhalen.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de WSNP
2.6.
De heer [verzoeker] verzoekt de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op een datum vijf maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis. De rechtbank zal dit verzoek toewijzen en overweegt daartoe als volgt.
2.7.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
2.8.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van een verzoek om een eerdere ingangsdatum – en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP [1] :
a. Sollicitatieplicht die op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
b. Controle op sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.
c. Vrijstelling sollicitatieplicht die op vergelijkbare wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
2.9.
Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de nettoinkomsten van een schuldenaar en het Vtlb aan de boedel moet worden afgedragen, ofwel – in termen van de wetgever – wordt afgelost. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus achtereenvolgend maandelijks sprake zijn geweest van aflossingen die ten minste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de nettoinkomsten en het Vtlb.
2.10.
Het door de heer [verzoeker] in het minnelijk traject gespaarde bedrag (€ 1.917,84) bedraagt meer dan het bedrag dat in vijf – aan de zitting voorgaande – maanden had kunnen worden afgelost (netto-inkomsten minus Vtlb in augustus 2023 tot en met december 2023 = € 1.740,75). De rechtbank stelt om deze reden vast dat de heer [verzoeker] in die periode heeft voldaan aan de inspannings- en afdrachtverplichting. De rechtbank zal daarom de ingangsdatum bepalen op de datum die vijf maanden vóór de datum van dit vonnis is gelegen, dus op 5 september 2023.
2.11.
De rechtbank merkt ten slotte in dit verband nog op dat indien het bedrag van € 1.917,84 (vermeerderd met het in januari 2024 gespaarde bedrag) niet op korte termijn op de boedelrekening wordt gestort, een boedelachterstand ontstaat en dit tot gevolg kan hebben dat de WSNP-regeling wordt verlengd of zelfs voortijdig – zonder schone lei – kan worden beëindigd. Dit kan ook het geval zijn indien komt vast te staan dat vanaf de ingangsdatum andere WSNP-verplichtingen niet (correct) zijn nagekomen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker]
geboren op [geboortedag] -1948 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] Den Haag;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf 5 september 2023;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. R.G.C. Veneman en tot bewindvoerder: mr. J. van Rijen,
Postbus 40251
3504 AB Utrecht;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van de heer [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is een beslissing van mr. J.R. Hagendoorn, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2024.

Voetnoten

1.Zie ook: Bijlage III (Landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling) bij het vanaf 1 juli 2023 geldende Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken, onder 5.3.6.