Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
(Vb) en in paragraaf A1/4 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc). Uit het proces-verbaal van de KMar blijkt dat aan eiser de toegang is geweigerd op grond van artikel 6, eerste lid, onder c en d, van de SGC. De minister stelt dat eiser onvoldoende geld bij zich heeft voor zijn verblijf. Daarbij is er van uit gegaan dat de duur van eisers verblijf drie maanden bedraagt. Eiser beschikte slechts over € 200,- aan contant geld, welk bedrag als onvoldoende is aangemerkt voor de duur van het verblijf. Aan de mondelinge toezegging dat de familie alles zou betalen kan zonder dat daaraan enig bewijsstuk ten grondslag is gelegd, geen waarde worden toegekend. Eiser staat daarnaast gesignaleerd in het Schengen Informatie Systeem (SIS II), hetgeen ook tot toegangsweigering leidt. In de beschikking staat opgenomen dat de signalering is omdat eiser per 21 maart 2013 ongewenst is verklaard (volgens artikel 67 van de Vreemdelingenwet) en dat hij van de ongewenstverklaring op de hoogte was omdat hij daartegen (tevergeefs) rechtsmiddelen heeft aangewend. Er is geen sprake van een opheffing nu dit alleen op basis van een aanvraag plaats kan vinden. Er zijn geen andere redenen om eiser toch nog toegang te geven. De minister heeft geen aanleiding gezien eiser te horen.