ECLI:NL:RBDHA:2024:12271
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die in deze zaak wordt aangeduid met een V-nummer. De minister van Asiel en Migratie heeft op 14 maart 2024 aan verzoeker de toegang tot Nederland geweigerd. Dit besluit is bevestigd in het bestreden besluit van 7 mei 2024, waartegen verzoeker administratief beroep heeft ingesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 augustus 2024 behandeld, waarbij verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL24.23228, waarin op het beroep van verzoeker is beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.