ECLI:NL:RBDHA:2024:12271

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 augustus 2024
Publicatiedatum
6 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.23231
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die in deze zaak wordt aangeduid met een V-nummer. De minister van Asiel en Migratie heeft op 14 maart 2024 aan verzoeker de toegang tot Nederland geweigerd. Dit besluit is bevestigd in het bestreden besluit van 7 mei 2024, waartegen verzoeker administratief beroep heeft ingesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 augustus 2024 behandeld, waarbij verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL24.23228, waarin op het beroep van verzoeker is beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.23231

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. J.P. van Mulken),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. D. Gökcan).

Inleiding

1.1
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker.
1.2
De minister heeft met het besluit van 14 maart 2024 aan verzoeker de toegang tot Nederland geweigerd. Met het bestreden besluit van 7 mei 2024 op het administratieve beroep van verzoeker is de minister bij dit besluit gebleven. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld.
1.3
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker en zijn gemachtigde, alsmede een tolk en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.23228, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.