ECLI:NL:RBDHA:2024:12279

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 augustus 2024
Publicatiedatum
6 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.25864
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas
  • K.H.M.M. Otten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voorlopige voorziening in asielzaak met ziekenhuisopname

Op 1 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, maar wiens aanvraag op 18 juni 2024 door de minister van Asiel en Migratie als kennelijk ongegrond is afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

Tijdens de zitting op 31 juli 2024 heeft de gemachtigde van verzoeker een brief van een longarts overgelegd, waaruit blijkt dat verzoeker sinds 19 juli 2024 is opgenomen op de tuberculose afdeling van een ziekenhuis. Vanwege deze opname kon verzoeker niet verschijnen bij de zitting. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het van belang is dat verzoeker in het kader van zijn beroep gehoord wordt. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst en bepaald dat verzoeker niet mag worden uitgezet totdat er op het beroep is beslist.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, welke zijn vastgesteld op € 1.750. De uitspraak is gedaan door mr. I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas, in aanwezigheid van griffier mr. K.H.M.M. Otten, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.25864

uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 augustus 2024 in de zaak tussen

[verzoeker], v-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. P.M. van der Roest),
en
de minister van Asiel en Migratie, [1]
(gemachtigde: mr. S.H.J. Muijlkens).

Inleiding

1. Bij besluit van 18 juni 2024 heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
2. Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
3. De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep (zaaknummer NL24.25863), op 31 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister deelgenomen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. De gemachtigde van verzoeker heeft op 26 juli 2024 een brief van een longarts overgelegd waarin staat dat verzoeker sinds 19 juli 2024 is opgenomen op de tuberculose afdeling van het [ziekenhuis] in [plaats]. Hierdoor kan verzoeker voorlopig niet verschijnen bij een zitting. De voorzieningenrechter acht het van belang dat verzoeker in het kader van zijn beroep op een zitting gehoord wordt. De voorzieningenrechter wijst om die reden het verzoek om voorlopige voorziening toe, schorst het bestreden besluit en bepaalt dat verzoeker niet mag worden uitgezet totdat op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist.
5. De voorzieningenrechter veroordeelt de minister in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 875 en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
-
treft de voorlopige voorziening dat het bestreden besluit wordt geschorst en dat verzoeker niet mag worden uitgezet totdat is beslist op het beroep;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.750.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.A.M. van Boetzelaer - Gulyas, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.K.H.M.M. Otten, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris