ECLI:NL:RBDHA:2024:12313

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
7 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.15175
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een gemeenschapsonderdaan, had beroep ingesteld tegen de besluiten van de minister van Asiel en Migratie, die zijn verblijfsrecht op 7 maart 2023 had beëindigd en zijn aanvraag voor een verblijfsdocument als verzorgende ouder van Nederlandse kinderen had afgewezen. Deze besluiten werden genomen op 1 augustus 2023 en zijn later, op 13 maart 2024, door de minister in de bestreden besluiten ongegrond verklaard. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen, omdat het verzoek kennelijk ongegrond was. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank in een vergelijkbare zaak, zaaknummer NL24.15174. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.15175

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], V-nummer: [V-nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.S. Yap),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 1 augustus 2023 heeft verweerder vastgesteld dat het verblijfsrecht van verzoeker als gemeenschapsonderdaan op 7 maart 2023 is geëindigd. Voorts heeft verweerder bij afzonderlijk besluit van 1 augustus 2023 de aanvraag tot afgifte van een verblijfsdocument als verzorgende ouder van Nederlandse kinderen op grond van het arrest Chavez-Vilchez [1] afgewezen. Deze besluiten van 1 augustus 2023 worden hierna de primaire besluiten genoemd.
Bij besluiten van 13 maart 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de bezwaren van verzoeker tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen de bestreden besluiten. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.15174, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het verzoek wordt daarom als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 6 augustus 2024 door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 10 mei 2017, ECLI:EU:C:2017:354.