In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2024 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2018. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 20 juli 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening eveneens verlengd tot dezelfde datum. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden als gecertificeerde instelling, die het verzoek heeft ingediend. De moeder van de minderjarige heeft ingestemd met de verlenging, maar er zijn zorgen over de samenwerking tussen de moeder en de pleegmoeder, die familie van elkaar zijn. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de huidige situatie van de minderjarige bij de pleegmoeder veilig en stabiel is, maar dat er nog steeds spanningen zijn tussen de moeder en de pleegmoeder. De kinderrechter heeft benadrukt dat hulpverlening noodzakelijk is om de onderlinge verstandhouding te verbeteren en dat er een neutrale partij moet worden gezocht voor de omgangsbegeleiding. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.