ECLI:NL:RBDHA:2024:12409

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 juli 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
AWB - 24 _ 5946
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor evenement met Led-scherm tijdens EK-voetbal

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 juli 2024 wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, die jaarlijks een popfestival organiseert, had een evenementenvergunning aangevraagd voor een evenement op 6 juli 2024, waarbij zij een Led-scherm wilde gebruiken om de EK-voetbalwedstrijd Nederland-Turkije uit te zenden. De organisatie had de programmering van het evenement aangepast om deze wedstrijd te tonen. Echter, de gemeente Leidschendam-Voorburg, als verweerder, stelde dat er geen aanvraag was gedaan voor het vertonen van de wedstrijd op het Led-scherm en dat dit niet binnen de verleende vergunning viel. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bestreden e-mailbericht van 5 juli 2024 geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er geen externe rechtsgevolgen aan verbonden waren. De voorzieningenrechter benadrukte het belang van communicatie tussen partijen en het maken van duidelijke afspraken voor toekomstige edities van het evenement. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, zonder dat er aanleiding was voor proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.

Uitspraak

Rechtbank DEN Haag
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 24/5946
uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 juli 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening van

[verzoekster] , te [vestigingsplaats] , verzoekster

(gemachtigde R. den Hartog),
tegen

1. de burgemeester van Leidschendam-Voorburg,

2. het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburgverweerders
(gemachtigde: [naam] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster.
1.1.
Bij besluit van 27 juni 2024 hebben verweerders - ieder op grond van hun
bevoegdheid - aan verzoekster onder meer een evenementenvergunning verleend voor het evenement ‘ [naam evenement] ’ op de locatie [plaatsnaam] . Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden. Diverse stukken, waaronder het Veiligheidsplan, maken onderdeel uit van dit besluit.
1.2.
Bij e-mailbericht van 5 juli 2024 13:16 uur (het bestreden bericht) hebben
verweerders verzoekster een mededeling gedaan. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit e-mailbericht. Voorts heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.3.
Partijen hebben nog een nadere reactie ingediend.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om uitspraak te doen met toepassing van
artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat onverwijlde spoed dat vereist. Een zitting blijft achterwege. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Waar gaat deze zaak over?
2.1.
Verzoekster organiseert nagenoeg jaarlijks een (meerdaags) popfestival
( [naam evenement] ) in de zomer. In het Veiligheidsplan (pag. 9) is vermeld dat gedurende het evenement gebruik zal worden gemaakt van een groot Led scherm. Dit scherm heeft sponsoruiting als primaire functie, maar zal secundair voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden. Onder secundaire functies verstaat verzoekster o.a. promotie-uitingen.
2.2.
Op zaterdag 6 juli 2024 om 21:00 uur werd de wedstrijd EK-voetbal Nederland-
Turkije uitgezonden. Verzoekster heeft de programmering van het evenement op deze zaterdag aangepast, met de bedoeling om deze voetbalwedstrijd via het Led-scherm te tonen aan de bezoekers van het evenement. Volgens verzoekster is hiervoor een vergunning verleend door Videma.
2.3.
Op 4 juli 2024 hebben verweerders verzoekster verzocht te verschijnen op het
Gemeentehuis, waarbij is meegedeeld dat voor het vertonen van de wedstrjid een aparte vergunning aangevraagd zou moeten worden. Daar staat een termijn van 8 weken voor en dat is nu te laat. Verweerders zouden nagaan wat er nog mogelijk was.
2.4.
Bij het bestreden bericht is verzoekster meegedeeld dat er geen aanvraag is
ontvangen voor de tv-schermen en er dus ook geen beoordeling kan plaatsvinden. Wel is intern om advies gevraagd en er zijn helaas negatieve adviezen afgegeven met betrekking tot de uitzending van deze voetbalwedstrijd tijdens het evenement. Het verzoek tot het plaatsen van de schermen ten behoeve van het EK past dus niet in de verleende vergunning voor het evenement.
Overwegingen
3.1.
In geschil is of het bestreden bericht is aan te merken als een schriftelijk besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.
Verzoekster meent dat dit wel een dergelijk besluit is, dan wel daarmee dient te worden gelijkgesteld. Het bestreden bericht is nog telefonisch nader toegelicht door de gemachtigde van verweerders en er is benadrukt dat niet mag worden uitgezonden en dat er handhavend zal worden opgetreden.
Verweerders hebben zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van een besluit, dat externe rechtsgevolgen in het leven roept. Verweerders hebben enkel via een omweg vernomen van de plannen van verzoekster en direct contact opgenomen, gevolgd door overleg met adviesdiensten. Er is evenmin sprake van een handhavingsbesluit. Er is slechts mededeling gedaan dat de plannen van verzoekster niet passen in de verleende vergunning. Het bestreden bericht bevat slechts informatie.
3.2.
De voorzieningenrechter volgt het standpunt van verweerders dat hier geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Van een publiek-rechtelijke rechtshandeling kan eerst sprake zijn indien een extern rechtsgevolg in het leven wordt geroepen. Dat is hier niet het geval. Er wordt alleen vastgesteld dat het plaatsen van schermen ten behoeve van uitzending van het EK niet past binnen de vergunning. Er zijn geen gevolgen vermeld en in het bestreden bericht is evenmin een preventieve last opgenomen.
3.3.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om een nadere overweging toe te voegen.
Verzoekster heeft in haar e-mailbericht van 5 juli 2024 17:56 uur meegedeeld dat het Veiligheidsplan, waarin het Led-scherm is opgenomen, onderdeel is van de verleende vergunning en stelt dat verweerders niet eerder hebben opgemerkt dat nog apart om een vergunning moet worden gevraagd. Het enkele gegeven dat het Led-scherm is opgenomen in het Veiligheidsplan, maakt echter niet dat het gebruik daarvan niet aan regels kan zijn gebonden. Op dit punt hebben verschillende gemeenten beleidsregels voor het gebruik maken van beeldschermen tijdens EK en WK voetbal dan wel een gedragslijn.
Enerzijds draagt het uitzenden van de voetbalwedstrijd binnen het reeds geplande evenement bij aan de feestelijkheid daarvan, maar anderzijds is het niet ondenkbaar dat er ongewenste situaties kunnen ontstaan die de veiligheid raken.
De voorzieningenrechter benadrukt het belang voor partijen om met elkaar in gesprek te gaan en vroegtijdig afspraken te maken voor een (eventuele) toekomstige editie van dit evenement. Het gaat dan om duidelijkheid van beide partijen over wat wordt gewenst en aan welke eisen moet worden voldaan.
4. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Er bestaat geen
aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Rossum, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2024.
griffier voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open