ECLI:NL:RBDHA:2024:12478
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- V.A.G. van Dijk
- M.J. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker had op 26 juni 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen en als niet-ontvankelijk was verklaard. Tegen deze beslissing heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 25 juli 2024, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, tolk en medewerkers van Nidos, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (zaaknummer NL24.26208), een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek om voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft de minister wel veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, welke zijn vastgesteld op € 875,00 voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift is toegekend met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor van 1.
De uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De minister wordt in deze uitspraak aangeduid als de minister, hoewel het voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was.