ECLI:NL:RBDHA:2024:12521

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
AWB 23 5840
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor arbeid als zelfstandige

In deze zaak heeft de verzoeker op 24 maart 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met als verblijfsdoel ‘arbeid als zelfstandige’. De minister van Asiel en Migratie heeft op 23 mei 2023 besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, wat de verzoeker heeft doen besluiten bezwaar te maken tegen dit primaire besluit. Tevens heeft de verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Op 11 maart 2024 heeft de minister op het bezwaar beslist, maar de verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, wat heeft geleid tot de zaak met nummer AWB 24/5003. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 6 augustus 2024 geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk ongegrond is, omdat er inmiddels een uitspraak is gedaan in de hoofdzaak (AWB 24/5003). Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 23/5840

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
en
de minister van Asiel en Migratie,daaronder mede begrepen diens rechtsvoorgangers, verweerder,
(gemachtigde: mr. S. George).

Procesverloop

Verzoeker heeft op 24 maart 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd voor het verblijfsdoel ‘arbeid als zelfstandige’ ingediend. Bij besluit van 23 mei 2023 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Daarnaast heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij besluit van 11 maart 2024 heeft verweerder op het bezwaar beslist. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit (AWB 24/5003). Op grond van artikel 8:81, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verzoek gelijkgesteld met een verzoek hangende dit beroep.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaak met nummer AWB 24/5003 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het verzoek wordt om die reden als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 6 augustus 2024, door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.