ECLI:NL:RBDHA:2024:12553
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2024 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die op 7 juni 2024 door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven dat hij sinds 18 juli 2024 geen contact meer heeft gehad met eiser, die met onbekende bestemming is vertrokken. De rechtbank heeft vervolgens de vraag beantwoord of eiser nog procesbelang heeft bij zijn beroep. Gezien het feit dat eiser niet langer prijs stelt op internationale bescherming in Nederland, heeft de rechtbank geoordeeld dat hij geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.