ECLI:NL:RBDHA:2024:12569

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 augustus 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
NL23.24356
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging tijdelijke bescherming op grond van richtlijn 2001/55/EG en verzoek om voorlopige voorziening

In deze zaak heeft verzoekster beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 20 augustus 2023 is genomen. Dit besluit beëindigt verzoeksters recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in richtlijn 2001/55/EG, met ingang van 4 september 2023. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij het niet eens was met de beëindiging van haar tijdelijke bescherming.

Op 1 februari 2024 heeft de minister aangekondigd het bestreden besluit te willen intrekken, maar verzoekster had al beroep ingesteld. Op 9 februari 2024 heeft verzoekster het beroep in een andere zaak, NL23.24355, ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter overweegt dat, op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb, een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er een beroep aanhangig is. Aangezien verzoekster het beroep tegen het besluit heeft ingetrokken, is er geen beroep meer aanhangig. Hierdoor is het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 6 augustus 2024 door mr. M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van S.A. Sewratan, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.24356

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. J.A. Neslo),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 20 augustus 2023 (het bestreden besluit), waarmee verzoeksters recht op tijdelijke bescherming als bedoeld in richtlijn 2001/55/EG met ingang van 4 september 2023 wordt beëindigd. Zij heeft daarbij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op 1 februari 2024 heeft verweerder aangekondigd het bestreden besluit te willen intrekken, maar heeft vastgesteld dat er beroep was ingesteld. Verzoekster heeft op 9 februari 2024 het beroep in de zaak NL23.24355 ingetrokken.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening treffen indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld.
2. Aangezien verzoekster het beroep tegen het besluit heeft ingetrokken is er geen beroep meer aanhangig. Het verzoek om een voorlopige voorziening is kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 6 augustus 2024 door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van S.A. Sewratan, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.