ECLI:NL:RBDHA:2024:12632
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om overbrenging naar Nederland van Afghanen die niet zijn opgeroepen tijdens de evacuatiefase
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2024, zaaknummer 23/3608, is het beroep van eisers tegen het besluit van de minister van Buitenlandse Zaken om hun verzoek om overbrenging naar Nederland af te wijzen, behandeld. Eisers, bestaande uit vier Afghanen, hebben verzocht om overbrenging naar Nederland, maar hun verzoek werd afgewezen omdat zij niet waren opgeroepen tijdens de acute evacuatiefase en niet onder de groepen vallen waarvoor speciale voorzieningen zijn getroffen. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van inconsistente toepassing van het beleid en dat er geen ruimte is voor een individuele belangenafweging. De rechtbank heeft de zaak op 14 februari 2024 behandeld, waarbij eiseres via een telefoonverbinding deelnam en haar gemachtigde aanwezig was. De rechtbank concludeert dat de minister op goede gronden heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoet aan de criteria voor overbrenging, aangezien de organisaties waarvoor zij heeft gewerkt niet onder de speciale voorzieningen vallen. De rechtbank wijst erop dat het beleid van de minister niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en dat de hoorplicht niet is geschonden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de minister zich niet hoeft in te spannen om eiseres en haar gezinsleden over te brengen naar Nederland.