Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 6 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 20 mei 2022 was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 5 januari 2024 alsnog op de asielaanvraag is beslist. Eiser heeft vervolgens op 17 januari 2024 laten weten dat hij het beroep handhaaft. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat de minister van Asiel en Migratie inmiddels inwilligend heeft beslist op de asielaanvraag van eiser. Hierdoor heeft eiser geen procesbelang meer in het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit. Eiser heeft daarnaast verzocht om een rechterlijke dwangsom en vergoeding van proceskosten. De rechtbank concludeert dat, omdat de aanvraag is ingewilligd, de noodzaak voor het vaststellen van een rechterlijke dwangsom vervalt.
Desondanks kan de rechtbank wel een proceskostenvergoeding toekennen, omdat het bestuursorgaan aan eiser tegemoet is gekomen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, maar veroordeelt de verweerder in de proceskosten van eiser tot het genoemde bedrag.