Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die de Somalische nationaliteit heeft. Eiser had eerder op 11 november 2021 een asielaanvraag ingediend, welke op 25 mei 2022 door de minister van Asiel en Migratie als ongegrond was afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar dit werd op 11 juli 2022 door de rechtbank ongegrond verklaard. Op 5 december 2022 diende eiser een opvolgende asielaanvraag in, die door de minister op 5 juni 2024 niet-ontvankelijk werd verklaard, omdat eiser geen nieuwe elementen had aangedragen die relevant waren voor de beoordeling van zijn aanvraag.
De rechtbank heeft het beroep van eiser op 1 augustus 2024 behandeld. Eiser stelde dat de motivering van de minister niet kon dragen, omdat hij nieuwe documenten had overgelegd die zijn relaas onderbouwden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de nieuwe elementen die eiser aan zijn opvolgende aanvraag ten grondslag had gelegd niet relevant waren voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat de minister terecht had besloten de aanvraag niet-ontvankelijk te verklaren, omdat het gestelde huwelijk en de daaruit voortvloeiende problemen niet aannemelijk waren gemaakt. Eiser kreeg geen proceskostenvergoeding en het beroep werd ongegrond verklaard.