Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker] , verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een asielaanvraag. Verzoeker had eerder, op 23 juni 2023, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, wat door de rechtbank gegrond werd verklaard. De rechtbank had verweerder, de minister van Asiel en Migratie, opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak te beslissen op de aanvraag, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, tot een maximum van € 7.500. Op 11 juli 2023 heeft verzoeker opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen, terwijl de eerste dwangsom nog niet was volgelopen. Verweerder heeft op 18 december 2023 de aanvraag ingewilligd, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en om proceskostenvergoeding heeft verzocht.
De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het opvolgend beroep niet-ontvankelijk is, omdat het niet tijdig was ingesteld voordat de maximale dwangsom was volgelopen. De rechtbank benadrukt dat het indienen van een nieuw beroep tegen het niet tijdig beslissen afdoet aan de rechtskracht van de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de prikkel voor verweerder om een besluit te nemen nog steeds aanwezig was ten tijde van het indienen van het nieuwe beroep, maar dat dit niet voldoende was om het beroep ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.