Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 13 april 2019 een aanvraag ingediend, maar deze is op 25 mei 2023 door de minister afgewezen. De minister achtte de identiteit van eiser niet geloofwaardig, ondanks dat zijn nationaliteit en herkomst wel geloofwaardig werden geacht. Eiser heeft problemen met een mensenhandelaar, genaamd Matil, en heeft tijdens zijn vlucht naar Europa ernstige mishandelingen en verkrachting ondergaan. De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiser bij terugkeer naar Nigeria geen reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank stelt vast dat eiser voldoet aan de voorwaarden voor asielverlening op grond van artikel 29, eerste lid, onder sub b van de Vreemdelingenwet. De rechtbank geeft de minister de opdracht om met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij aan eiser ten minste een asielvergunning moet worden verleend, tenzij zich een uitsluitingsgrond voordoet. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit van de minister.