ECLI:NL:RBDHA:2024:13061
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, en de minister van Asiel en Migratie, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 augustus 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een asielaanvraag ingediend die op 19 maart 2024 door de minister niet-ontvankelijk was verklaard. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank in een vergelijkbare zaak (zaaknummer NL24.12238), waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.