ECLI:NL:RBDHA:2024:13075
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van eiser met Somalische nationaliteit op basis van geloofwaardigheid van bedreigingen door Al-Shabaab
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 augustus 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Somalische jongeman, heeft op 16 januari 2023 asiel aangevraagd in Nederland, waarbij hij stelt dat hij bedreigd wordt door Al-Shabaab vanwege de werkzaamheden van zijn oom voor het Somalische leger. De rechtbank heeft de zaak op 1 augustus 2024 behandeld in Breda, waar eiser, zijn gemachtigde en een tolk aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de door eiser gestelde problemen met Al-Shabaab niet geloofwaardig zijn. Verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft de aanvraag op 6 juni 2024 afgewezen, omdat eiser zijn identiteit niet met documenten heeft aangetoond en de gestelde bedreigingen niet aannemelijk zijn gemaakt.
De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat de problemen met Al-Shabaab niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims en zijn verklaringen zijn summier. De rechtbank wijst erop dat eiser niet in staat is gebleken om details te geven over de dood van zijn oom of de omstandigheden rondom de vermeende rekrutering door Al-Shabaab. Bovendien is het causale verband tussen de dood van zijn oom en de gestelde rekrutering niet aangetoond. De rechtbank stelt vast dat eiser niet tot een risicogroep behoort zoals gedefinieerd in de Vreemdelingencirculaire.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wordt er geen proceskostenvergoeding toegekend aan eiser. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Raad van State.