Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
M.A. Postma, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker, geboren op [geboortedatum] en van Syrische nationaliteit, op 4 juni 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 29 augustus 2022. De minister van Asiel en Migratie heeft op 11 juni 2024 de asielaanvraag ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om een vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, waarop de minister heeft gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank stelt vast dat de minister aan verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag. Hierdoor is het verzoek om vergoeding van de proceskosten gegrond. De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt, vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van M.A. Postma, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Verzoekers die het niet eens zijn met deze uitspraak kunnen binnen 6 weken een verzetschrift indienen bij de rechtbank.