1.2Verweerder heeft de WW-uitkering van eiser per 7 juli 2022 voortgezet. Op 26 juli 2022 heeft eiser zich vanuit de WW opnieuw ziekgemeld.
2. Naar aanleiding van de ziekmelding van 26 juli 2022 heeft de verzekeringsarts onderzoek verricht. Eiser is op 14 september 2022 door de verzekeringsarts gezien op het spreekuur. In zijn rapport van 23 september 2022 heeft verzekeringsarts vermeld dat de ziekmelding binnen vier weken na de eerstejaarsbeoordeling heeft plaatsgevonden en dat een groot deel van de klachten hetzelfde zijn, maar dat er nieuwe klachten zijn bijgekomen en sommige klachten zijn veranderd. Eiser heeft nu oogklachten, maar daar komen volgens de verzekeringsarts geen beperkingen uit voort, aangezien de oogarts geen ernstige pathologie heeft gevonden en eiser niet voor deze klachten hoeft te worden behandeld. Voor de buikklachten worden evenmin aanvullende beperkingen vastgesteld. De huisarts heeft een kleine buikwandbreuk vastgesteld, maar heeft daarvoor geen operatie indicatie gesteld. De veranderde klachten van duizeligheid leiden volgens de verzekeringsarts ook niet tot toegenomen beperkingen. De aard van deze klachten is ten opzichte van de vorige beoordeling weliswaar veranderd, maar de klachten zijn nog steeds passend bij BPPD (benigne paroxismale positieduizeligheid). Tot slot kunnen de toegenomen vermoeidheidsklachten niet worden verklaard op basis van de huidige gestelde diagnoses, zodat er hiervoor geen beperkingen worden vastgesteld. De verzekeringsarts heeft geconcludeerd dat er wel nieuwe klachten zijn sinds het (vorige) spreekuur van 31 maart 2022, maar dat dit niet leidt tot toegenomen beperkingen op de eerder opgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 31 maart 2022.
3. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens aan de hand van de FML drie functies geduid, te weten de functies schadecorrespondent (sbc-code: 516080), administratief medewerker afhandelingen (sbc-code: 515080) en assemblage medewerker electrotechnische producten (sbc-code: 267041). Met deze functies kan eiser volgens de arbeidsdeskundige een loon verdienen dat afgezet tegen zijn maatmanloon een verlies aan verdiencapaciteit oplevert van 30,67%. Als reservefuncties zijn geduid de functies huishoudelijk medewerker gebouwen (sbc-code:111334) en telefonist (centrale), medewerker callcenter ( sbc-code:315174)
4. Bij het primaire besluit heeft verweerder geweigerd aan eiser per 26 juli 2022 een ZW-uitkering toe te kennen, omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
5. Naar aanleiding van het door eiser tegen het primaire besluit gemaakte bezwaar heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) onderzoek verricht. Deze arts heeft eiser medisch onderzocht, informatie verkregen van de behandelend KNO-arts en tevens de eerder verkregen informatie van de huisarts en POH-GGZ bij zijn oordeel betrokken.
De verzekeringsarts b&b heeft in zijn rapport vermeld dat uit de informatie van de KNO-arts blijkt dat bij klinisch evenwichtsonderzoek en aanvullende onderzoeken geen duidelijke evenwichtsstoornissen of andere relevante afwijking konden worden aangetoond. Het voor de ziekte van Ménière kenmerkende gehoorverlies ontbreekt bij het gehooronderzoek. Proefbehandeling met medicatie leidde niet tot verbetering. De klachten zijn vooral stress gerelateerd, net als eisers overige lichamelijke en psychische klachten die samenhangen met de belastende situatie rond eisers zoon. Er heeft geen verdere psychische verwijzing plaatsgevonden en er zijn ook geen controleafspraken bij de oogarts meer. De verzekeringsarts b&b heeft geconcludeerd dat er geen reden is om de FML te herzien.
6. De arbeidsdeskundige b&b heeft eiser onverminderd geschikt geacht voor de functies die door de arbeidsdeskundige zijn geduid.
7. Het tegen het primaire besluit gemaakte bezwaar is bij het bestreden besluit ongegrond verklaard. Aan dat besluit liggen de rapporten van de verzekeringsarts b&b en arbeidsdeskundige b&b ten grondslag.