Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. M. Pater),
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Syrische nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 29 april 2024 een opvolgende aanvraag ingediend, die door de minister op 29 mei 2024 niet-ontvankelijk is verklaard op basis van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000. De rechtbank heeft het beroep op 17 juli 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van de minister aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde zich afmeldden.
De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat er geen nieuwe elementen of bevindingen zijn die de opvolgende aanvraag rechtvaardigen. Eiser had eerder een aanvraag ingediend die was afgewezen vanwege een veroordeling tot 36 maanden gevangenisstraf wegens een poging tot doodslag. De rechtbank oordeelt dat de signalering van eiser voor 10 jaar ook gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de feiten en het belang van de openbare orde. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de minister, zonder vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 juli 2024, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.