ECLI:NL:RBDHA:2024:13222
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag van eiser van Senegalese nationaliteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser, een persoon van Senegalese nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft op 7 april 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 29 april 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 27 juni 2024 behandeld, maar de gemachtigden van beide partijen zijn niet ter zitting verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 28 mei 2024 met onbekende bestemming is vertrokken, zoals gemeld door het COA en de politie. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven geen contact meer te hebben met eiser sinds die datum en beschikt niet over informatie over zijn huidige verblijfplaats. Hierdoor concludeert de rechtbank dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de behandeling van zijn beroep, aangezien hij niet langer prijs stelt op de beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit van de staatssecretaris.
De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk is beoordeeld. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is op 28 juni 2024 openbaar gemaakt.