In deze zaak hebben eisers, vier personen van Jemenitische nationaliteit, op 2 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij hun referent. De aanvraag is op 3 mei 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ontvangen. Omdat er geen tijdig besluit is genomen, hebben eisers op 12 november 2023 verweerder in gebreke gesteld. Vervolgens hebben zij op 1 december 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Verweerder heeft op 27 december 2023 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de meervoudige kamer, waarin is geoordeeld dat bij overschrijding van de beslistermijn bij aanvragen om gezinshereniging sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank sluit zich aan bij dit oordeel en neemt de overwegingen uit die uitspraak over.
De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen acht weken na de bekendmaking van deze uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen, met een mogelijkheid tot verlenging van de termijn indien nader onderzoek nodig is. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank stelt de verbeurde dwangsom vast op € 1.442,- en veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 437,50.