ECLI:NL:RBDHA:2024:13411

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
22 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.18860
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Bulgarije

In de zaak met zaaknummer NL24.18860 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit gebeurde op basis van de overweging dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 4 juni 2024 in Utrecht, waar de verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. D.W.M. van Erp, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. E.H.J.M. de Bonth. Tijdens de zitting was ook een tolk, M. El Majdoudi, aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft geconcludeerd dat dit niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak werd gedaan in een andere zaak (NL24.18859) die verband hield met het beroep van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 juni 2024, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.18860
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. D.W.M. van Erp), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
(gemachtigde: mr. E.H.J.M. de Bonth).

Procesverloop

Bij besluit van 30 april 2024 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.18859, op 4 juni 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. El Majdoudi. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.18859, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
12 juni 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.