Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker op 7 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 17 november 2021 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 14 november 2023 de asielaanvraag ingewilligd, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan zijn verzoek heeft voldaan, kan de rechtbank op verzoek van verzoeker de minister veroordelen in de proceskosten. De rechtbank stelt deze kosten vast op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
De rechtbank concludeert dat de termijn van 21 maanden, zoals vastgelegd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn, is overschreden. De termijn begon te lopen op 17 november 2021 en is verlopen op 17 augustus 2023. Verzoeker heeft op 21 augustus 2023 een ingebrekestelling verzonden, die terecht is ingediend. De rechtbank oordeelt dat het verzoek van verzoeker gegrond is en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding toe. De uitspraak is gedaan op 22 augustus 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier.