ECLI:NL:RBDHA:2024:13537

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
24-24981
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Polen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielverzoek. Dit besluit werd genomen door de minister van Asiel en Migratie, die zich in deze zaak liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. L. Verhaegh.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 2 juli 2024, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. O.C. Bondam, en een tolk, P. Cuijpers, aanwezig was. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.24980, behandeld.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, en is op 11 juli 2024 openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.24981
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. O.C. Bondam), en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder
(gemachtigde: mr. L. Verhaegh).

Procesverloop

Bij besluit van 17 juni 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.24980, op 2 juli 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen P. Cuijpers. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.24980, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
11 juli 2024

Documentcode:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.