ECLI:NL:RBDHA:2024:13540

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
24-19597
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Kroatië

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aanvroeg, had zijn aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Echter, bij besluit van 6 mei 2024 heeft de staatssecretaris de aanvraag niet in behandeling genomen, met als argument dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 4 juni 2024, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde, mr. M. Erik, en een tolk, E. Battalöglu. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. E.H.J.M. de Bonth. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL24.19596). De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier mr. M.A.W.M. Engels, en is openbaar gemaakt op 12 juni 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.19597
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M. Erik), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
(gemachtigde: mr. E.H.J.M. de Bonth).

Procesverloop

Bij besluit van 6 mei 2024 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.19596, op 4 juni 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen E. Battalöglu. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.19596, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
12 juni 2024

Documentcode:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.