ECLI:NL:RBDHA:2024:13549
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en rechtsgeldigheid verlenging beslistermijn
In deze zaak heeft eiser op 18 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 25 augustus 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag van eiser zou op 25 februari 2024 eindigen. Echter, met de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 25 november 2024 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van inwerkingtreding van de WBV 2023/3 sprake was van een situatie die deze verlenging rechtvaardigde. De rechtbank ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken, waardoor de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig is. Dit betekent dat de ingebrekestelling van eiser, die op 28 februari 2024 was gedaan, prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.