ECLI:NL:RBDHA:2024:1355

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 februari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
NL23.37156 NL23.37158
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen

Op 1 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.37156 en NL23.37158, waarbij de voorzieningenrechter, mr. E.F. Bethlehem, de verzoeken om een voorlopige voorziening heeft afgewezen. De verzoekers, bestaande uit [naam verzoeker 1], [naam verzoekster], en hun minderjarige (pleeg)kinderen, hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 22 november en 22 december 2023 de asielaanvragen niet in behandeling heeft genomen. De reden hiervoor was dat Zweden verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening beoordeeld en geconcludeerd dat, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank op dezelfde dag in de zaken NL23.37155 en NL23.37157, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De verzoeken zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en is gebaseerd op de relevante bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.37156 en NL23.37158
V-nummers: [nummer 1], [nummer 2], [nummer 3] en [nummer 4]

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam verzoeker 1], verzoeker 1,

[naam verzoekster], verzoekster,
mede namens hun minderjarige (pleeg)kinderen
[naam verzoeker 2], verzoeker 2,
[naam verzoeker 3], verzoeker 3,
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluiten van 22 november 2023 en 22 december 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen, omdat Zweden verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. [1]
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [2] uitspraak buiten zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL23.37155 en NL23.37157, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Algemene wet bestuursrecht.