ECLI:NL:RBDHA:2024:1359

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 februari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
NL23.36735
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van veilig land van herkomst in het bestuursrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Ghanese nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend op 27 oktober 2023. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als kennelijk ongegrond, omdat Ghana als veilig land van herkomst werd aangemerkt. Eiser stelde dat hij illegale mijnbouwactiviteiten had verricht en vreesde voor vervolging en zware straffen bij terugkeer naar Ghana. Tijdens de zitting op 18 januari 2024 werd eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat de vrees van eiser voor vervolging niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank volgde de conclusie van de staatssecretaris dat Ghana veilig is, met uitzondering van bepaalde groepen zoals LHBTI en journalisten. Eiser had niet aangetoond dat hij tot een van deze uitzonderingsgroepen behoort. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiser werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.36705

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. D. de Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. M. Talsma).

Procesverloop

Bij besluit van 21 november 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. [1]
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 18 januari 2024 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen L. Totosashvili. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 1987 en de Ghanese nationaliteit te hebben. Hij heeft op 27 oktober 2023 een asielaanvraag ingediend. Hieraan heeft hij ten grondslag gelegd dat hij Ghana heeft ontvlucht, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan illegale mijnbouwactiviteiten. Vanwege deze activiteiten wordt hij gezocht door de Ghanese autoriteiten (de taskforce) en vreest hij bij terugkeer voor een onevenredige zware straf en discriminatoire vervolging.
2. Verweerder heeft de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarbij volgt verweerder eisers verklaringen over zijn identiteit, nationaliteit en herkomst. De gestelde problemen vanwege de illegale mijnbouwactiviteiten worden ook geloofwaardig geacht. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer een reëel risico loop op ernstige schade. Omdat Ghana voor eiser een veilig land van herkomst is, heeft verweerder de aanvraag afgewezen.
3. Eiser voert in beroep aan dat verweerder ten onrechte heeft aangenomen dat Ghana ten aanzien van hem een veilig land van herkomst is. Hij vreest namelijk bij terugkeer naar Ghana voor zijn leven en daarnaast voor een onevenredige zware en discriminatoire straf vanwege zijn illegale mijnbouwactiviteiten. Tijdens een eerdere onzorgvuldige, opgezette arrestatie door de taskforce is in het rond geschoten, waarvan eiser een video heeft. Hieruit blijkt dat eiser moet vrezen voor zijn leven. Verder is hij eerder door leden van de taskforce mishandeld. Tot slot komt in Ghana corruptie voor. Ter onderbouwing hiervan verwijst eiser naar een tweetal artikelen [2] en het rapport van het U.S. Department of State. [3]
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat Ghana ten aanzien van eiser als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Daarvoor is van belang dat op 21 augustus 2023 [4] een herbeoordeling van Ghana als veilig land van herkomst heeft plaatsgevonden. Gelet op deze herbeoordeling is verweerder tot de conclusie gekomen dat ten aanzien van Ghana de aanwijzing van veilig land van herkomst kan worden voortgezet, met uitzondering van LHBTI en journalisten. Het ligt in beginsel op de weg van eiser om aannemelijk te maken dat ten aanzien van hem Ghana niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt en daar is hij niet in geslaagd. Het is niet gebleken dat eiser tot de uitzonderingsgroepen behoort. Verweerder heeft zich verder terecht op het standpunt gesteld dat als uitgangspunt geldt dat de vrees voor strafvervolging vanwege het plegen van een commuun delict in beginsel niet kan leiden tot verlening van een asielvergunning. Eiser heeft met zijn verklaringen, samen met de verwijzing naar de algemene bronnen, niet aannemelijk gemaakt dat hij te vrezen heeft voor zijn leven en persoonlijk te maken zal krijgen met een oneerlijk proces of onevenredige zware bestraffingen. Verweerder heeft ten aanzien van de video terecht het standpunt ingenomen dat eiser hier niet op staat en dat uit de overgelegde screenshots van deze video niet valt af te leiden wat er precies is gebeurd, waar dit is gebeurd en wanneer dit is gebeurd. De video en de screenshots zijn dan ook onvoldoende onderbouwing voor de stelling van eiser dat hij hierdoor moet vrezen voor zijn leven. De stelling van eiser dat hij slachtoffer is geworden van mishandeling door de taskforce is eveneens onvoldoende om een onevenredige zware bestraffing vast te stellen. Hierbij is ook van belang dat van eiser verwacht mag worden dat hij hierover zijn beklag kan doen bij de (hogere) autoriteiten van in Ghana. Dat in Ghana corruptie voorkomt, betekent niet dat eiser daar ook het slachtoffer van zal worden. Het is namelijk niet gebleken dat eiser zich tot de (hogere) autoriteiten heeft gewend vanwege de mishandeling van de taskforce en dit nergens toe heeft geleid.
5. Gelet op het voorgaande heeft verweerder eisers asielaanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid jo. artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Chemonics en CDA,
3.U.S. Department of State,
4.Kamerbrief,