9.5.Tot slot heeft de minister niet ten onrechte de relevante elementen afzonderlijk beoordeeld. Dat de identiteit, nationaliteit en herkomst (relevant element 1) en de twee incidenten met de bende (relevant element 3) geloofwaardig zijn geacht, maakt nog niet dat ook de aanval van Boko Haram op Bobo in 2015 geloofwaardig is. Het is de rechtbank niet gebleken dat de verklaringen van eiser niet in onderlinge samenhang zijn bezien. Nu de minister de aanval van Boko Haram in Bobo niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht, zal de rechtbank niet doortoetsen aan de vrees die eiser stelt te hebben voor Boko Haram (als terroristische groepering).
Heeft de minister terecht geen verblijfsvergunning verleend vanwege de geloofwaardig bevonden incidenten met een bende in Tsjaad?
Wettelijk kader
10. Artikel 31, vijfde lid, van de Vw bepaalt dat het feit dat de vreemdeling in het verleden reeds is blootgesteld aan vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag of ernstige schade als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b, of dat hij hiermee rechtstreeks is bedreigd, een duidelijke aanwijzing is dat de vrees van de vreemdeling voor die vervolging gegrond is en het risico op die ernstige schade reëel is, tenzij er goede redenen zij om aan te nemen dat die vervolging of die ernstige schade zich niet opnieuw zal voordoen.
10. Verder wordt in paragraaf C2/3.3 van de Vc- voor zover hier relevant - bepaalt:
“Eerdere confrontatie met wandaden
Indien de vreemdeling in het land van herkomst is blootgesteld aan ernstige schade als bedoeld in artikel 29 eerste lid onder b, Vw wordt allereerst verwezen naar artikel 31, vijfde lid, Vw. In aanvulling op deze bepaling wordt een vreemdeling, die in het verleden is geconfronteerd met traumatische gebeurtenissen in zijn directe omgeving en zich op grond van de psychologische problematiek als gevolg van de wandaden in een positie bevindt dat hij niet terug kan keren naar zijn land van herkomst, door de IND onder de hieronder gestelde voorwaarden in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw.
[…]
De vreemdeling moet aan alle volgende voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw.
[...]
De IND verleent de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw, aan de vreemdeling die verder voldoet aan alle volgende voorwaarden:
- de vreemdeling is geconfronteerd met een gebeurtenis in het land van herkomst, waarbij de daders van die gebeurtenissen in het land van herkomst niet bestraft worden;
- de vreemdeling heeft aannemelijk gemaakt dat deze gebeurtenis aanleiding is geweest voor het vertrek uit het land van herkomst.”
Beroepsgronden eiser
12. Eiser stelt onder verwijzing naar het ‘traumatabeleid’ uit paragraaf C2/3.3. van de Vc dat de minister aan hem een verblijfsvergunning had moeten verlenen. Volgens eiser heeft de minister niet bestreden dat eiser voor zijn vlucht uit Tsjaad is geconfronteerd met wandaden. Ter onderbouwing van eisers stelling dat hij voldoet aan de tweede voorwaarde, zijnde dat de daders van de traumatische gebeurtenissen niet worden bestraft in Tsjaad, heeft eiser gewezen op de volgende bronnen:
- USDOS-rapport van 20 maart 2023 over de mensenrechten in Tsjaad;
- USDOS-rapport van juni 2023 over mensenhandel;
- Bertelmann’s Stiftungs Tansformation Index 2024 – Chad (over de periode van februari 2021 tot januari 2023).
Ook aan de derde voorwaarde, een direct verband tussen de traumatische gebeurtenissen en eisers vertrek uit Tsjaad, wordt volgens eiser voldaan.
Beoordeling door de rechtbank
13. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister terecht geoordeeld dat eiser bij terugkeer geen reëel risico op ernstige schade loopt en daarmee niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.