Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.HB DCLF MASTER B.V. te Amsterdam,2. HB DCLF XII B.V. te Amsterdam,
1.ARO VASTGOED B.V. te Waddinxveen,2. [gedaagde sub2] te Reeuwijk,
1.Inleiding: waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
- de dagvaarding van 28 december 2023, met producties 1 tot en met 35;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 3;
- het tussenvonnis van 10 april 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
- namens HighBrook: de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] , bijgestaan door mr. R. Noordermeer en mr. C.A.H. Beijlevelt en een tolk in de Engelse taal;
- namens Aro: de heer [gedaagde sub2] en de heer [naam 3] , bijgestaan door mr. Visser voornoemd en mr. J.J. Blok.
3.De feiten
- optie 1: geen meerwerk in de huur; totale koopsom bedraagt € 3.604.426,94 (huurwaarde € 213.000);
- optie 2: wel meerwerk in de huur; totale koopsom bedraagt € 3.803.419,23 (huurwaarde € 230.303,59).
lees: [naam 5] , toev. rb]. Doordat deze meerwerken in een zeer laat stadium van de bouw definitief zijn bevonden (compleet) door de huurders, hebben wij de documentatie niet op tijd aangeleverd. Echter, hebben wij tijdens dit traject met de huurders [naam 5] hiervan op de hoogte gesteld, wat nu blijkt dat wij ten onrechte daar waarde aan hebben gehecht. Het klopt niet dat deze niet is voorgelegd aan Highbrook. Het klopt wel dat we hiervoor geen ondertekende goedkeuring voor hebben gekregen.
het concern waarvan Aro deel uitmaakt, toev. rb.] als Highbrook is, waarbij dit ook overlegd is met [naam 5] en bevestigd door [naam 5] .”
EUR 9.130.819,20.
verbeterde BARkomt dan op het bedrag van
EUR 8.895.435.60 (BAR 6.42% i.p.v. 6,25%)”