Uitspraak
Gezagsuitoefening
Beschikking op het op 4 april 2023 ingekomen verzoek van:
[de moeder] ,
[de vader] ,
Procedure
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de advocaat van de vader.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juni 2023 een beschikking gegeven in een geschil tussen een moeder en een vader over de toestemming voor een reis naar Marokko met hun minderjarige kinderen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S. Salhi, verzocht de rechtbank om vervangende toestemming voor een reis naar Marokko voor de duur van maximaal vier weken, van 8 juli 2023 tot en met 20 augustus 2023, ten behoeve van de minderjarige kinderen [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. F. Uzumcu, heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek, onder andere omdat hij vreesde dat de oudste zoon, [minderjarige 1], zich buitengesloten zou voelen en omdat hij zelf ook tijd met de kinderen wilde doorbrengen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Nederland is, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is. De rechtbank heeft de belangen van de kinderen in overweging genomen en erkende dat de situatie voor [minderjarige 1] pijnlijk is, maar oordeelde dat het in het belang van de jongere kinderen is om met hun moeder op vakantie te kunnen gaan. De rechtbank heeft de moeder toestemming verleend voor de reis, met de voorwaarde dat zij de vader uiterlijk op 24 juni 2023 op de hoogte stelt van de reisdata. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.