ECLI:NL:RBDHA:2024:13868
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op de asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 12 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die hij op 3 september 2023 had ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had recht op een beslissing binnen zes maanden, wat betekende dat de beslistermijn op 3 maart 2024 eindigde. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn met negen maanden verlengd, waardoor de nieuwe einddatum op 3 december 2024 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en concludeert dat de ingebrekestelling van eiser op 28 maart 2024 te vroeg is ingediend, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.