ECLI:NL:RBDHA:2024:13876
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op de asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 24 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 juli 2023 was ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 2 januari 2024, maar verweerder heeft deze termijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor de nieuwe einddatum op 2 oktober 2024 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is, en ziet geen reden om van dit oordeel af te wijken in deze zaak.
De rechtbank concludeert dat op het moment van de ingebrekestelling op 8 april 2024 de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is de ingebrekestelling prematuur ingediend, wat leidt tot de conclusie dat het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 28 augustus 2024 door mr. M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van griffier S.A. Sewratan, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.