ECLI:NL:RBDHA:2024:13877

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
30 augustus 2024
Zaaknummer
NL24.17942
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op de asielaanvraag

In deze zaak heeft eiseres op 24 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die zij op 12 juli 2023 had ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres eindigde op 12 januari 2024, maar verweerder had deze termijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3. Hierdoor zou de beslistermijn pas op 12 oktober 2024 eindigen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was en dat de ingebrekestelling van eiseres op 8 april 2024 prematuur was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk was.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak. De relevante wetgeving, waaronder de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet 2000, is in de overwegingen betrokken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.17942

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. E. Arslan),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 24 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag van 12 juli 2023.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [1] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing
van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit
met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het
beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een
besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling
door het bestuursorgaan is ontvangen.
2. Eiseres heeft op 12 juli 2023 een asielaanvraag ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden zou in geval van eiseres op 12 januari 2024 eindigen. Verweerder heeft met de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 [2] de beslistermijn verlengd met negen maanden, waardoor deze voor eiseres pas op 12 oktober 2024 zal eindigen. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft in haar uitspraken van 19 april 2024 [3] geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 sprake was van een situatie, zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw. [4] De rechtbank ziet geen reden om in deze zaak van dit oordeel af te wijken. Deze verlenging is daarom rechtsgeldig. Dat betekent dat op het moment van de ingebrekestelling de beslistermijn nog niet was verstreken, waardoor de ingebrekestelling van 8 april 2024 te vroeg is ingediend. Daarom is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 28 augustus 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van S.A. Sewratan, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.
2.Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
4.Vreemdelingenwet 2000.