ECLI:NL:RBDHA:2024:13879
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het uitblijven van een besluit op de asielaanvraag
Op 28 augustus 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 24 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 3 oktober 2023 was ingediend. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 3 april 2024, maar verweerder had deze termijn verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3, waardoor de nieuwe einddatum op 3 januari 2025 viel. De rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling van eiseres op 8 april 2024 prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de bekendmaking van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak. De zaak is behandeld op basis van de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet 2000, met specifieke verwijzingen naar de WBV 2023/3 en eerdere uitspraken van de rechtbank.