Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 9 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis, ingediend door haar referent. De minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft op 30 april 2024 de mvv-aanvraag van eiseres ingewilligd. Eiseres heeft vervolgens aangegeven het beroep in te trekken, mits verweerder de proceskosten en het griffierecht vergoedt. Verweerder heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat, nu de mvv-aanvraag is ingewilligd, eiseres geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder in de proceskosten van eiseres moet worden veroordeeld, omdat eiseres terecht beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag. De proceskosten zijn vastgesteld op € 437,50, en verweerder moet ook het door eiseres betaalde griffierecht van € 187 vergoeden.
De rechtbank heeft de beslissing als volgt geformuleerd: het beroep is niet-ontvankelijk verklaard, verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50, en verweerder moet het betaalde griffierecht aan eiseres vergoeden. Deze uitspraak is gedaan op 29 augustus 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.