Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres en [eiser] , eiser
[minderjarige](V-nummer [V-nummer 3] )
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft de beroepen op 16 augustus 2024 behandeld in Breda, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren. De asielaanvragen van eisers, die afkomstig zijn uit Nagorno-Karabach, werden op 12 juni 2024 door verweerder afgewezen als kennelijk ongegrond. Eisers hebben aangevoerd dat zij vanwege de oorlog in Nagorno-Karabach naar Armenië zijn gevlucht, waar zij gediscrimineerd werden. Ze betwisten de veronderstelling van verweerder dat zij de Armeense nationaliteit bezitten en stellen dat zij juridisch gezien de Azerbeidzjaanse nationaliteit hebben.
De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte heeft aangenomen dat eisers de Armeense nationaliteit hebben, enkel gebaseerd op de ingevulde nationaliteit in de asielaanvragen en verklaringen van eisers. De rechtbank stelt vast dat er onvoldoende bewijs is dat eisers de Armeense nationaliteit bezitten en dat verweerder niet zonder nader onderzoek heeft mogen uitgaan van deze nationaliteit. De rechtbank concludeert dat de bestreden besluiten van verweerder vernietigd moeten worden, omdat deze zijn gebaseerd op onvoldoende onderzoek en motivering. Verweerder moet nieuwe besluiten nemen, rekening houdend met deze uitspraak, binnen een termijn van zes weken.
De rechtbank verklaart de beroepen gegrond en veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.750 aan proceskosten aan eisers, aangezien de aanvragen ten onrechte zijn afgewezen. Deze uitspraak is gedaan op 30 augustus 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.