ECLI:NL:RBDHA:2024:14011

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juli 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
NL24.27153
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Bulgarije

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E. Gorsselink, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Justitie en Veiligheid had echter op 4 juli 2024 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

Tegen dit besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 16 juli 2024 behandeld, maar de verzoeker is niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, F. van de Kamp. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL24.27152, behandeld.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.I. van Meel, in aanwezigheid van griffier K.L.H. Thomas, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.27153
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. E. Gorsselink),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: F. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 4 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.27152, op 16 juli 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.27152, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.I. van Meel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van K.L.H. Thomas, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
18 juli 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.