ECLI:NL:RBDHA:2024:14056

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
NL22.21960
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met proceskostenveroordeling

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H.C.Ch. Kneuvels, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot uitstel van vertrek door de minister van Asiel en Migratie. Dit besluit was genomen op 10 mei 2024. Verzoeker heeft tegen dit besluit twee beroepen ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit opgeschort zouden worden totdat er op de beroepen was beslist.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van 22 augustus 2024, waarin de rechtbank de beroepen gegrond had verklaard. Gezien deze uitkomst heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het verzoeker niet meer nodig was. Echter, de voorzieningenrechter heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 875, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, en de relevante wetgeving die van toepassing is, betreft de Vreemdelingenwet 2000.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.21960

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H.C.Ch. Kneuvels),
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 10 mei 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar tegen de afwijzing van eisers aanvraag tot het verlenen van uitstel van vertrek op grond
van artikel 64 van de Vw [1] afgewezen.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit twee beroepen ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit worden opgeschort totdat er op de beroepen is beslist.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van 22 augustus 2024, zaaknummers NL24.21475 en NL24.21615, heeft de rechtbank de beroepen waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft gegrond verklaard. Om die reden zal het verzoek als ongegrond worden afgewezen.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaken veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 875 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 875 en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 875.
Deze uitspraak is gedaan op 2 september 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.