ECLI:NL:RBDHA:2024:14070
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na vernietiging bestreden besluit
Op 4 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, een voorlopige voorziening vroeg na een besluit van de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 8 juli 2024 besloten om de aanvraag van verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 8 augustus 2024, maar verzoeker en zijn gemachtigde verschenen niet. De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een gerelateerde zaak (NL24.27707), waarbij het beroep gegrond werd verklaard en het bestreden besluit werd vernietigd. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de minister veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 875,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.