Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
M.A. Postma, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker, een Afghaanse nationaliteit, op 8 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 30 december 2022. De minister van Asiel en Migratie heeft op 23 juli 2024 de asielaanvraag ingewilligd, waarna verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en verzocht om een vergoeding van proceskosten. De rechtbank heeft de minister in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek. De rechtbank heeft vervolgens, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. De rechtbank stelt vast dat de minister aan verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag. Hierdoor is het verzoek om vergoeding van de proceskosten gegrond.
De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt, vastgesteld op € 437,50. Dit bedrag is gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, aangezien het beroep alleen betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.