Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 16 december 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Nederland werd verantwoordelijk voor de aanvraag op 11 oktober 2023. Eiseres heeft de minister op 18 mei 2024 in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag en heeft op 8 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De minister heeft geen verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten. De rechtbank heeft vastgesteld dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres heeft haar asielaanvraag ingediend op 16 december 2022, en de wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigt op 11 april 2024. Echter, de minister heeft de beslistermijn met negen maanden verlengd, waardoor de termijn eindigt op 11 januari 2025.
De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van 18 mei 2024 prematuur is ingediend, aangezien de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor voldoet het beroep niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, zoals bepaald in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.