ECLI:NL:RBDHA:2024:15307
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke asielzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door de verzoeker, die in beroep was gegaan tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had op 1 februari 2024 beroep ingesteld omdat er geen tijdige beslissing was genomen. Op 15 april 2024 heeft de verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna de verzoeker zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft ingetrokken. De verzoeker heeft de rechtbank verzocht om de verweerder te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en heeft de proceskosten vastgesteld op € 437,50, omdat de verweerder geen bezwaar had tegen de vergoeding. De rechtbank heeft geoordeeld dat de zaak van licht gewicht was, aangezien het enkel ging om de overschrijding van de beslistermijn. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag.