ECLI:NL:RBDHA:2024:15401
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. Karkache, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een EU/EER-verblijfsdocument ongegrond verklaarde. Het bestreden besluit dateert van 10 maart 2023. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De voorzieningenrechter verwijst naar een eerdere uitspraak van 31 mei 2024, zaaknummer AWB 23/2799, waarin de rechtbank al op het beroep van verzoeker had beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.